Nieuwsbrief Cantatediensten Zwolle
1 juni 2008
Cantate 'Ich hatte viel Bekümmernis' (BWV 21)
Uitvoering in Zwolle, St. Michaelskerk op 15 juni 2008
Naar aanleiding van het horen van deze vroege cantate komt Maarten 't Hart tot de verzuchting dat er aan Johann Sebastian Bach een groot operacomponist verloren is gegaan. 'Waarom zou hij, terwijl hij graag naar opera's van Hasse ging luisteren, nooit de aanvechting hebben gehad om een opera te componeren? Of had men hem gewoon een opdracht moeten geven?'
Die opdracht is Bach nooit gegeven, ook ongevraagd werd het hem zelf contractueel verboden zich eraan te bezondigen. Meer dan in andere cantates is wel aan te wijzen dat Bach muzikaal contact heeft met de muziek van zijn grootste tijdgenoten op dat gebied. Geven enkele melodische details niet aan dat de 'Concertmeister' uit Weimar Händels opera 'Almira' kende? Blijkt uit het slotkoor 'Das Lamm, das erwürget ist' met zijn feestelijke trompetpartij niet dat Bach keek naar techniek die Händel toepaste? Of is het andersom en grijpt Händel's Messias op de muziek van dit koorstuk?
Vorm en techniek zijn tijdgebonden; de componisten van die tijd maakten daarvan gebruik, misschien wel zonder direct leentjebuur bij elkaar te spelen.
De eerste volledig uitvoering van dit werk vindt plaats in Weimar, het is 1714, Bach is nog maar kort als concertmeester aangesteld. De dichtstukken zijn waarschijnlijk van Salomo Franck. De bijbelse teksten refereren aan die van de derde zondag na Drievuldigheid. Overigens heeft Bach aangegeven dat deze cantate de bestemming in 'ogni tempo' (voor elk moment in het kerkelijk jaar) heeft.
Orkest en solisten
Koor en orkest staan onder leiding van Toon Hagen.
sopraan
Wineke van Lammeren
tenor
Govert Valkenburg
bas
Bert van de Wetering
Showing posts with label Choir. Show all posts
Showing posts with label Choir. Show all posts
09/06/2008
07/06/2008
05/06/2008
04/06/2008
11/05/2008
Festival Europa Cantat 2009 in the Netherlands
Do you love singing?
If so, do join us in Utrecht in the summer of 2009 for the international festival for amateur singers. The Europa Cantat festival takes place every three years, and next time it's in Utrecht, the Netherlands! From 17 to 26 July 2009 you and your choir or ensemble, or just you on your own, can take part in ateliers, meet people from all sorts of countries, enjoy singing with topconductors and listening to music: classical music, vocal jazz, showchoir, opera and musical. More than 3000 singers are expected to attend. Do make sure you're one of them!
Repertoire will include the following:
- oratoria
- a daily Bach cantata
- early Music from The Netherlands including Sweelinck
- polychoral music from Italy by Gabrieli and Marenzio
- latinamerican choral music
Hou je van zingen?
Kom dan naar hét internationale festival voor amateurzangers, in de zomer van 2009 in Utrecht. Het festival van EUROPA CANTAT XVll vindt één keer in de drie jaar plaats, en de komende keer is dat in Utrecht!
Van 17 t/m 26 juli 2009 kun je met je koor, ensemble of individueel meedoen aan uitdagende en inspirerende ateliers, mensen van allerlei nationaliteiten ontmoeten en genieten van samen zingen onder leiding van grote dirigenten, en luisteren naar klassieke muziek, vocal jazz, showchoir, opera en musical. Er worden ruim 3000 deelnemers verwacht. Zorg dat je erbij bent!
Repertoire o.a.:
- oratoria
- elke dag een Bachcantate
- oude muziek uit de Nederlanden, met o.a. Sweelinck
- meerkorige muziek uit Italië van Gabrieli en Marenzio
- latijnsamerikaanse koormuziek
Link
Vienna, melting pot of Baroque
Vienna was at the beginning of the 18th century capital of a powerful empire, a city where lines and influences from complete Europe crossed each other. The imperial court gave status and power to that process, but could not without the creativity of brio from particularly Italy and Bohemia. The style was characterised by strict counterpoint versus polished emotion. Key characters in the Viennese music society were Antonio Caldara (1670-1736) and Johann Joseph Fux (1660-1741). Both were operative to the Viennese court and had their training enjoyed at Corelli. Fux were the brilliant counterpoint. He understood if no other one art romped a musical of creating space by votes which imitated each other according to the strict rules of the counterpoint and for each other gone, a type musical maths. Its merit is especially that he has made the art of polyphony, arranged in the Renaissance large made by Palestrina, for the baroque. Caldara's largest strength lay in the emotion. He was a master in writing refined, polished lines which perfectly bring the text and the affects in this to expression.
Caldara and Fux were the big examples for number tsjechen such as František Ignác Antonín Tůma (1704-1774). Tůma had been since 1722 in Vienna active. Probably he has had lesson of the large counterpoint Fux. But in Vienna of 1750 a new wind in music started blow. More and more music grew into the galante style. That style got later its peak in the music of Mozart and Haydn. Interestingly in the music of Tůma is the galante style announcing late-baroque. Listen to: Tůma: Stabat Mater from vocal ensemble Trajecti Voces, Utrecht. Conductor Dirkjan Horringa
Wenen, de smeltkroes van de Barok
Wenen was aan het begin van de 18e eeuw hoofdstad van een machtig imperium, een stad waar lijnen en invloeden uit heel Europa elkaar kruisten. Het keizerlijke hof gaf dat proces status en macht, maar kon niet zonder de creativiteit van talenten uit met name Italië en Bohemen. De stijl werd gekenmerkt door streng contrapunt versus gepolijste emotie. Sleutelfiguren in het Weense muziekleven waren Antonio Caldara (1670-1736) en Johann Joseph Fux (1660-1741). Beiden waren werkzaam aan het Weense hof en hadden hun opleiding genoten bij Corelli. Fux was de geniale contrapuntist. Hij verstond als geen ander de kunst om een muzikale ruimte te scheppen door stemmen die volgens de strenge regels van het contrapunt elkaar imiteerden en om elkaar heen dartelden, een soort muzikale wiskunde. Zijn verdienste is vooral dat hij de kunst van de polyfonie, in de Renaissance groot gemaakt door Palestrina, geschikt heeft gemaakt voor de barok. Caldara’s grootste kracht lag in de emotie. Hij was een meester in het schrijven van verfijnde, gepolijste lijnen die de tekst en de affecten daarin perfect tot uitdrukking brengen. Caldara en Fux waren dé grote voorbeelden voor getalenteerde Tsjechen zoals František Ignác Antonín Tůma (1704-1774). Tůma is auteur van kerkmuziek, waaronder 65 missen, 20 litanieën, veel vespers, motetten en vijf Stabat Maters. Heel veel van zijn muziek is nog onuitgegeven. Tůma was sinds 1722 in Wenen actief. Waarschijnlijk heeft hij er les gehad van de grote contrapuntist Fux, zoveel is wel te zien aan zijn doorwrochte schrijfstijl. Maar in het Wenen van 1750 begon een nieuwe wind in de muziek te waaien. Meer en meer kwam de galante stijl in de mode. Die stijl kreeg later zijn hoogtepunt in de muziek van Mozart en Haydn. Interessant in de muziek van Tůma is de subtiele manier waarop de galante stijl zich aankondigt in een overwegend laat-barokke stijl.
Beluistert u het vocaal ensemble Trajecti Voces, projectkoor van dirigent Dirkjan Horringa: Tůma - muziekfragment: Stabat Mater.
Caldara and Fux were the big examples for number tsjechen such as František Ignác Antonín Tůma (1704-1774). Tůma had been since 1722 in Vienna active. Probably he has had lesson of the large counterpoint Fux. But in Vienna of 1750 a new wind in music started blow. More and more music grew into the galante style. That style got later its peak in the music of Mozart and Haydn. Interestingly in the music of Tůma is the galante style announcing late-baroque. Listen to: Tůma: Stabat Mater from vocal ensemble Trajecti Voces, Utrecht. Conductor Dirkjan Horringa
Wenen, de smeltkroes van de Barok
Wenen was aan het begin van de 18e eeuw hoofdstad van een machtig imperium, een stad waar lijnen en invloeden uit heel Europa elkaar kruisten. Het keizerlijke hof gaf dat proces status en macht, maar kon niet zonder de creativiteit van talenten uit met name Italië en Bohemen. De stijl werd gekenmerkt door streng contrapunt versus gepolijste emotie. Sleutelfiguren in het Weense muziekleven waren Antonio Caldara (1670-1736) en Johann Joseph Fux (1660-1741). Beiden waren werkzaam aan het Weense hof en hadden hun opleiding genoten bij Corelli. Fux was de geniale contrapuntist. Hij verstond als geen ander de kunst om een muzikale ruimte te scheppen door stemmen die volgens de strenge regels van het contrapunt elkaar imiteerden en om elkaar heen dartelden, een soort muzikale wiskunde. Zijn verdienste is vooral dat hij de kunst van de polyfonie, in de Renaissance groot gemaakt door Palestrina, geschikt heeft gemaakt voor de barok. Caldara’s grootste kracht lag in de emotie. Hij was een meester in het schrijven van verfijnde, gepolijste lijnen die de tekst en de affecten daarin perfect tot uitdrukking brengen. Caldara en Fux waren dé grote voorbeelden voor getalenteerde Tsjechen zoals František Ignác Antonín Tůma (1704-1774). Tůma is auteur van kerkmuziek, waaronder 65 missen, 20 litanieën, veel vespers, motetten en vijf Stabat Maters. Heel veel van zijn muziek is nog onuitgegeven. Tůma was sinds 1722 in Wenen actief. Waarschijnlijk heeft hij er les gehad van de grote contrapuntist Fux, zoveel is wel te zien aan zijn doorwrochte schrijfstijl. Maar in het Wenen van 1750 begon een nieuwe wind in de muziek te waaien. Meer en meer kwam de galante stijl in de mode. Die stijl kreeg later zijn hoogtepunt in de muziek van Mozart en Haydn. Interessant in de muziek van Tůma is de subtiele manier waarop de galante stijl zich aankondigt in een overwegend laat-barokke stijl.
Beluistert u het vocaal ensemble Trajecti Voces, projectkoor van dirigent Dirkjan Horringa: Tůma - muziekfragment: Stabat Mater.
Subscribe to:
Posts (Atom)